maandag 30 juni 2008

Einde

De held van het verhaal keerde naar zijn vaderland weder,
en leefde nog lang en gelukkig.


vrijdag 27 juni 2008

Daramsala is de verblijfplaats van de Dalai Lama en veel van zijn volgelingen. Het grote aantal Tibetaanse vluchtelingen (waaronder vele moniken in rode gewaden) maakt Daramsala tot een unieke plaats in India. Alles draait hier rond het lot van de Tibetanen: verzet tegen China, opvangplaatsen voor pas gearriveerde vluchtelingen, scholing voor de Tibetaanse kinderen, en tientallen andere hulporganisaties voor dit hartelijk volk. Dagelijks krijgen we (de toeristen) films over Tibet voorgeschoteld, zodat heel de wereld weet wat voor gruwelijk onrecht dit volk wordt aangedaan. Het is heel moeilijk te aanvaarden dat wereldmachten als Amerika en de VN hiertegen geen actie ondernemen. Dit is uiteraard om economische redenen. Het machtige China ziet men liever als vriend dan als vijand.
Ik verblijf momenteel in een guesthouse dat gerund wordt door Tibetaanse moniken. Het zijn enorm lieve mensen.

Ik heb hier ook een korte trek gedaan in de bergen. Voor de eerste keer huurde ik een gids in, wat toch wel dik tegenviel. Hij bepaalde wat, waar, wanneer,... Er was geen plaats voor eigen voorstel... er moest enkel gevolgd worden, waar ik het altijd zeer moeilijk mee heb. Maar ik ben weer een ervaring rijker en weet nu met zekerheid dat een gids niks voor mij is. Zelf ontdekken is veel leuker.
Het was een heel korte trek, dus we gingen niet tot in het hooggebergte. Toch was het zicht af en toe zeer mooi, en was het nog eens aangenaam om 2 dagen in de bergen door te brengen.

Morgenavond neem ik de bus naar Dehli, om daar mijn laatste (slik) 48 uur in India door te brengen.

































maandag 23 juni 2008

Clean India

Onverwacht ben ik in Amritsar beland. Punjab, het land van de sikhs, is de rijkste en properste staat van het ganse land, waardoor de sfeer hier uniek is. Overal in India zijn de mensen meestal heel vriendelijk, maar vaak volgt hierna helaas de rekening. De sikhs en de andere punjabi (hindoes en moslims) hadden het wonderbaarlijk weinig over de financiele kant van het leven, en behielden hun vriendelijkheid en (zoals elke Indiër) ook enorme nieuwsgierigheid. Er waren ook enorm weinig toeristen tov de rest van Noord-India, wat nog wel eens leuk was.

In Amritsar is er 1 grote bezichtigheid, en dat is de Golden Temple, de meest heilige plaats ter wereld voor het Sikh geloof. Voor de rest is er in Amritsar niet veel te beleven. Wel is er op de grens met Pakistan, 30 km verder, dagelijks een ceremonie om de grens bij zonsondergang te sluiten. Dagelijks komt hier een enorme massa Indiërs op af. De ceremonie houdt in dat enkele soldaten aan beide kanten van de grens op een eigenaardige statische manier naar elkaar toestappen en wat met hun vlaggen zwaaien. De felgekleurde, roepende, dansende Indische massa was echter veel spectaculairder dan de ceremonie op zich. Grappig om te zien hoe sober de Pakistanen aan de overkant van de grens gekleed waren, tov al de kleuren van de regenboog in India.

Nu ben ik, terug in de mountain-area, in Daramsala, om wat met de Dalai Lama te socializen.






















vrijdag 20 juni 2008

Terug tussen de kleuren en de gekte

Het voelt goed om weer in India te zijn. Het eerste wat terug opvalt is de enorme verscheidenheid aan kleuren en de totale gekte. Een heel opvallende eigenschap van Indiërs is dat zij (jong en oud) geen schaamte kennen om iemand aan te staren, en echt te 'blijven' staren. Het is soms ongelofelijk... 't is heel grappig, maar soms ook heel irriterend. Ook heel leuk om terug fotomodel te zijn. Het is namelijk een enorme eer en een geweldige ervaring om samen met een westerling op de foto te staan.

Rishikesh, gelegen in de beboste heuvels van Noord-India, wordt ook wel eens het spirituele centrum van de wereld genoemd en er heerst dan ook een heel goede energie, het is er al bij al proper en er is veel groen. De stad is gelegen aan de propere(!) heilige Ganges, waardoor het wat weg heeft van Varanasi, maar dan wel spiritueler, rustiger en minder zot. Vele toeristen komen hier voor yoga, reiki, meditatie,... Hier heb ik helaas de tijd niet meer voor. De laatste 10 dagen wil ik nog wat te zien krijgen, dus trek ik vanavond weer verder. Het was leuk om enkele weken samen met Meryl te reizen, maar toch ben ik ook heel blij terug alleen te kunnen reizen... helemaal open, vrij.











dinsdag 17 juni 2008

zaterdag 14 juni 2008

Himalayak!

Sinds eergisteren ben ik terug van een 2-weekse trek in het machtige Himalaya-gebergte. De trek, die ik samen met Meryl, een Belgisch meisje, gedaan heb, was ongetwijfeld een van de hoogtepunten van mijn reis! De landschappen waren verbluffend mooi en het knappe was dat we elke dag een totaal ander landschap te zien kregen. We wandelden door wolken, bamboewouden, felgroene rijstvelden, maisvelden, echte bergjungle (met apen en lianen), mistige oude bossen en natuurlijk het hooggebergte zelf, wat enorm spectaculair is. Gletsjers, sneeuw, oneindig veel watervallen, een enorme variëteit aan paradijselijk gekleurde vlinders, vogels en bloemen, yaks (een harig koe-achtig bergbeest), energie, en moeder natuur in haar mooiste kleedje. Ook de bergbewoners zijn de mooiste, liefste en grappigste mensen ter wereld.

Hoe mooi deze dagen ook waren, toch begon ik België een beetje te missen. Ook verlangde ik terug naar de gekte van India. Nepal is prachtig, de mensen zijn eerlijk, het eten is goed, er heerst een heerlijke relaxte sfeer voor zowel toerist als inwoner,… Nadelen aan dit land heb ik simpelweg nog niet ondervonden. Het begint zelfs wat aan te voelen als ‘te makkelijk’ om door te reizen. India daarentegen is een constante uitdaging. Chaotische discussies met rikshaw-drivers, agressieve koeien, omsingeld worden door 30 starende Indiërs (die allemaal iets van je willen), hindoe’s die gekleurde lawaaierige rituelen uitvoeren naast een moslimceremonie, culturen die gecompliceerd door elkaar stromen, drukte, cultuur,… Je hoeft gewoon maar over straat te lopen, en in een uur tijd kruisen 101 avonturen je pad.
Morgen trek ik terug naar mijn geliefde India.

Helaas is de Nepalese worldwideweb-verbinding nog steeds zeeer traaaaaag, dus foto's van yaks, sneeuw, bloemetjes en mijzelf (jeej!) zal ik pas binnen enkele dagen (in India) kunnen posten.

woensdag 28 mei 2008

Feest!

Sinds enkele uren geleden is Nepal een republiek!

dinsdag 27 mei 2008

Relaxen

Voor ik het wist zijn er bijna 10 dagen voorbijgevlogen, zonder dat ik echt iets gedaan heb. Voor de eerste keer heb ik een plaats gevonden waar ik totaal kon relaxen zonder me te vervelen. Pokhara is een stadje aan de voet van een reuzachtige bergketen en is het vertrekpunt voor vele trekkers. De stad oogt op vele plaatsen landelijker dan Berlaar 50 jaar geleden en is gelegen aan een schitterend meer.

In tegenstelling tot India is Nepal amper vervuild, en de lucht ruikt heerlijk, vers en gezond. De landschappen zijn verbluffend en de inwoners zijn (voor zover ik weet) de vriendelijkste mensen op aarde. Het is een verademing om terug vertrouwen te kunnen stellen in de mensen. Toch is mijn vertrouwen in India vaak zo zwaar geschonden dat ik tov bijna iedereen een licht wantrouwen koester, tot ik hen beter leer kennen. Het is jammer, want dat maakt de nieuwe contacten dikwijls wat minder aangenaam als hiervoor.

Ik vreesde dat ik na de 2de keer hospitaal (en dus antibiotica) snel weer ziek zou worden. Om mijn lichaam wat aan te sterken ben ik meditatielessen gaan volgen en ben ik veel meer op mijn voeding aan 't letten, wat me beiden goed helpt! Aan lekker en gezond eten komt ik hier niet tekort. In tegenstelling tot India wordt de heilige koe hier wel naar hartelust gegeten, en dus was het heerlijk om na 2 maanden nog eens een beefsteak op mijn bord te zien liggen.

Na een tijdje relaxen, begin ik toch stilaan terug zin te krijgen om nieuwe plaatsen te ontdekken. Morgen of overmorgen begin ik dan ook aan een trektocht van zo'n 10 dagen.

Groetjes

(de internetconnectie in Nepal is zo slecht dat het helaas onmogelijk is foto's te uploaden)

dinsdag 20 mei 2008

City of Shiva

Varanasi, een van de oudste steden ter wereld, is de indrukwekkendste plaats die ik tot hier toe al bezocht heb. De meest heilige stad van India is gelegen aan de Ganges, die al even vervuild is als de andere Indische waterlopen. Dit houdt de Indiërs echter niet tegen dagelijks hun zonden hierin weg te komen wassen.

Wandelen langs de ghats van Varanasi (de trappen aan de oevers van de Ganges) is een zeer bijzondere ervaring. Op deze ghats zie je echt de zotste dingen... De Indiërs komen er hun buffels wassen terwijl ze ook zelf een heilige duik nemen, op de trappen wordt gemeditteerd en aan yoga gedaan, sadu's (in grote aantallen aanwezig) roken de hele dag door chillums (pijpjes met hasj of ganga), ayurvedische massages worden ter plaatse gegeven, er wordt geschaakt en jongeren spelen cricket (de razendpopulaire natione sport), felgekleurde kleren worden gewassen en liggen overal te drogen, ook koeiemest wordt hier te drogen gelegd (wordt gebruikt als brandstof), overal zijn er kleine kraampjes, en zoveel meer... Ook is er elke avond 'puja', een indrukwekkend ritueel om de Ganges te eren. Deze kleurrijke ceremonie vol gezang, trommels en bellen lokt dagelijks een grote massa mensen. Het is uniek om dit bij te wonen.

Het meest bijzondere is wel het 'heilige vuur', dat als duizende jaren lang wordt aangehouden. Dit is niet zomaar een gezellig kampvuurtje, maar een vuur waar elke dag honderden lijken in as verdwijnen. Vele Indiërs trekken op hun oude dagen naar Varanasi om hier te sterven. Hier verbrand worden is namelijk zeer gunstig voor het volgend leven. Deze 'burning ghat' is ook voor toeristen openbaar te bezichtigen, maar uit respect mogen er geen foto's getrokken worden, tenzij er roepies aan te pas komen natuurlijk. Benares, het oude deel van de stad, is een doolhof van kleine straatjes, waar zelfs de Indiërs soms zelf in verdwalen. Mijn guesthouse was vlakbij de burning ghat, waardoor ik altijd een gids had om mijn weg terug te vinden. 'Follow the body.' Non-stop werden er lijken naar de burning ghat gedragen, met een kleurrijke, lawaaierige stoet erachter.

Overal in India is drugs, voornamelijk hasj, marijuana en opium, zeer populair. In Varanasi was dit (mede dankzij de sadu's) echt wel razendpopulair. Om de 10 meter (letterlijk) werd ik aangesproken... 'Hi friend, you want some hasj? marijuana? opium? lsd? brown sugar(!)? cocaine?' Echt alles hadden deze jongens in huis. Dit werd, zoals in elke grote stad, heel opdringerig gevraagd. Soms irriteer ik me eraan, maar zolang de Indiers zelf blijven lachen, kan ik er meestal zelf ook wel om lachen.

Extreem veel koeien (nog meer dan in andere steden) maken Varanasi onveilig, en wel degelijk 'onveilig'. Zoals wel vaker voorvalt was ik hevig aan het discussieren over de prijs van de rikshaw rit. Plots trok de rikshaw-driver me razendsnel naar zich toe, waarna er een stier vlak achter mijn rug voorbijliep. 'Sometimes the cows get angry', lachte de rikshaw-driver. En er werd meteen voortgediscussieerd.

Graag had ik nog wat langer in deze magische stad verbleven, maar de hitte en de bacteriën stonden het niet toe. De temperaturen liepen op tot meer dan 45 graden, waardoor zowat de helft van de toeristen ziek werd. Ook ik belande voor de 2de keer in het ziekenhuis (met dezelfde ziekte als hiervoor).

De drukte, de hitte en de ziekte joegen me de bergen in, waardoor ik me nu in Nepal bevind. Niet dat er in India geen bergen te vinden zijn, maar Nepal is dichter gelegen bij Varanasi, en van hieruit ga ik dan (normaalgezien) naar de Himalayas van noord India. Ik ben toch enorm blij dat ik de keuze gemaakt heb ook Nepal te bezoeken, want dit land is een paradijs op aarde. Maar hierover zal ik later meer (kunnen) vertellen.


Namaste








woensdag 7 mei 2008

Bacteriën rond het wereldwonder

Natuurlijk zijn 'slechte' momenten noodzakelijk om de 'goede' momenten mogelijk te maken en zo het leven in evenwicht te brengen. Zonder oorlog geen vrede, zonder zwart geen wit. Toch hoop ik dat ik momenten als deze niet meer moet doorstaan tijdens deze reis. Deze keer waren het niet de mensen die zich tegen mij keerden, maar de bacteriën die zich massaal verenigd hadden in mijn lichaam en zo de vreselijkste uren van mijn leven veroorzaakten.

Zoals gewoonlijk werd ik ook bij aankomst in Agra ziek. Niks nieuws, ik ben hier namelijk al bijna non-stop ziek geweest, maar het is dragelijk. Dat was niet het geval de nacht van 5 dagen geleden. Ik rende 'letterlijk' om de 2 minuten naar het toilet, afwisselend met heel pijnlijk te moeten braken, een blijvende ziekelijke misselijkheid en een vurige buikpijn. Constant balanceerde ik op het randje van flauwvallen, maar ik sloeg er toch in rond 4 uur een hospitaal te bereiken. Dit was helaas eerder een middeleeuwse stal, met een dokter die liever ging slapen dan aandacht te besteden aan mijn ziekte. Ik besloot terug te gaan en eigen medicatie in te nemen. Het werd alleen maar erger en 2 uur later braakte ik bloed met verdachte zwarte brokken, waarna er een heel vreemd gevoel door mijn lichaam stroomde. Wankelend ben ik dan gelukkig in een deftig ziekenhuis terechtgekomen, waar ze vriendelijk waren en me meteen serieus namen. Na me grondig te onderzoeken kwam ik te weten dat het aantal bacteriën in mijn lichaam extreem hoog was en dat ik enkele dagen in behandeling moest blijven, wat ik natuurlijk wel verwacht had. Ik recupereerde zeer snel, en na 4 dagen ben ik terug op de been.

Laten we positief blijven. Ik heb er weer een ervaring bij, heb 4 dagen lekker, gratis en gezond gegeten en heb nog nooit beter geslapen als deze 3 nachten in dit heerlijke ziekenhuisbed!

Agra is een vieze, gore stinkstad waar de bacteriën nog meer in de lucht hangen dan in de meeste andere Indische steden. Moest de Taj Mahal gevoelens hebben, was hij reeds gestorven van verdriet. Gevoelens of niet, door de extreme luchtvervuiling wordt dit wereldwonder ook effectief aangetast! Maar gelukkig is daar nog niet veel van te merken.
Door de enorme toeristenstroom is de meerderheid van de inwoners van Agra ondragelijk opdringerig en vals. Vanavond verlaat ik, godzijdank, dit oord, om een kijkje te gaan nemen in Varanasi, de meest heilige stad van India.


Hier een plaatje van 2 wereldwonderen die elkaar ontmoeten.


woensdag 30 april 2008

Jaipur

Jaipur had dus duidelijk zijn negatieve kantjes, maar ik moet het toch ook even hebben over de positieve aspecten van deze stad. Na een lange treinreis kwam ik dus aan in de hoofdstad van de noordwestelijke staat Rajastan. Het noorden verschilt opmerkelijk veel van het zuiden. Geen vochtige tropische warmte, maar een dorstige droogte, die nog heter is. Het is niet het groen van in het zuiden (jungle, rijstvelden, plantages) dat hier overheerst, maar de kleur van Rajastan is geelbruin... verdorde vlaktes en woestijnen. Aan de beestenboel worden er nog enkele toegevoegd: ook ezels, zwijnen en kamelen zijn er op straat te spotten. De sfeer die hier hangt is heel anders, maar zeker niet minder fascinerend. De omgeving is misschien verdord, maar in de stad bruist het leven, bloeit de Indische cultuur en schittert de verscheidenheid aan kleuren. Alle huisjes zijn geverfd in mooie, verschillende kleuren, en op muren (waaronder de majestueuze stadsmuur) zijn vaak prachtige patronen en andere uiterst gedetailleerde schilderingen te zien. Paarden, olifanten, koeien en kamelen lopen over straat in een kleedje vol parels, glitters en edelstenen.

Zowat elke stad heeft zijn specialiteit. In Mahabalipuram is het de beeldhouwkunst, in Madurai zijn het de felgekleurde bloemenkransen, in Munnar is het thee, in Ooty chocola en eucalyptus olie, in Mysore wierook en parfum, in Goa alle soorten hippiespulletjes,... In Jaipur is de specialiteit tapijten, kleedjes, sjalen, doeken,... stofkes in het algemeen. Allemaal versierd met prachtige patronen en tekeningen, hoge kwaliteit en aan een spotgoeikope prijs (enkel als er hard geboden wordt uiteraard). In India is werkelijk teveel schoons om te kopen, en de verkopers zijn veel te goed. Heel vaak bedenk ik dat het nu toch wel tijd is de rem te zetten op mijn koopgedrag, maar de verkopers lappen het mij elke keer opnieuw. Het zijn charmeurs eerste klas en ze weten perfect wat de zwakke puntjes zijn van de koper. En als je van begin af aan zegt dat je zowiso niet gaat kopen... 'No problem, only look, my friend!' Gezellig babbeltje over onze interesses die 'toevallig' overeenkomen, een chai gratis en voor niks, een rondleiding hoe dit en dat gemaakt wordt, het uiten van de passie waarmee hij zijn producten verkoopt, alle producten een voor een laten zien met een interessante uitleg over de oorsprong, een grapje hier, een grapje daar.... only 500 rupies, my friend! En ik blijf me uiteraard verbazen over de prijzen en de schoonheid van vele producten. Even afbieden (wat ik ondertussen wel geleerd heb) tot meestal onder de helft van de eerstgenoemde prijs en 'verkocht'. Missie geslaagd.Als lidmaatschap-verkoper is India de perfecte leerschool!

Het was ook heel leuk om even op te trekken met een Sadu. Zoals ik eerder schreef zijn dit Shiva aanbidders die hun leven wijden aan meditatie. Ze leven van wat kleinigheden die mensen hun schenken en roken de hele dag door the holy ganga. Ze hebben een glimlach die moeilijk weg te krijgen is en zijn dus uiterst vriendelijk. Deze Sadu nam mij mee naar zijn huis op een heuvel (4 palen en een zijl dat af en toe half wegwaait). Regelmatig is het nodig om met een stok de stelende apen weg te jagen die langs het zijl de 'woning' binnenkomen.Deze jongens worden door velen toch wel als heilig gezien en hebben meestal ook heilig haar (dreadlocks). Ja, ook ik ben voor sommige een halve heilige! En als het niet heilig is, is het supercool.

Jaipur is een mooie stad, maar de inwoners verpesten de sfeer voor alleenstaande reizigers. Omdat ik alleen reis ben ik genoodzaakt contact te hebben met de lokale bevolking, wat natuurlijk heel interessant is om de cultuur te leren kennen. Maar dan moet er ook wel enige vorm van vertrouwen kunnen bestaan. In het zuiden was dit geen probleem. Natuurlijk probeerde ook daar de meerderheid wel profijt uit mij te halen, maar zoals ik eerder schreef, ging dit samen met een welgemeende vriendelijkheid. Deze brede glimlach ging in Jaipur zelden samen met werkelijke vriendelijkheid. De mensen zijn minder vriendelijk en wanneer ze dat dan wel zijn, blijkt het bijna altijd voor zaakjes waar we liever ver vandaan blijven. Ook vertoonden opvallend veel jongemannen homofiel gedrag dat ze aan mij opdrongen en soms vrij ver kon gaan. Dit leek altijd te beginnen als een grapje, maar dit grapje kende geen grenzen, waardoor ik toch enig gevoel van ongemak bij mezelf bespeurde. Luc, de gekke Gentenaar, had natuurlijk geen enkel probleem met deze jongens. Integendeel, hij had vele vrienden die regelmatig langskwamen.










maandag 28 april 2008

Maffia boys

Ik bevind me nu in Jaipur, hoofdstad van de noordwestelijke staat Rajastan. Ik schrijf later meer over de sfeer en de verschillen met het zuiden. Maar eerst toch iets over wat me hier overkwam.

Net aangekomen in Jaipur gebeurde er iets heel eigenaardig. Khan, de 'riksha driver' die me van het treinstation naar m'n hotel bracht aanvaarde geen geld, enkel vriendschap. Hij stond erop mij een rondleiding in de stad te geven en stelde voor 's avonds een klein feestje te organiseren bij zijn vrienden. Aan vriendelijke Indiërs ontbreekt het uiteraard niet in dit land. Indiërs die geen geld willen ontvangen was ik echter nog niet tegengekomen. Ja, het was wel eens voorgevallen, maar dan volgde het prijskaartje kort daarna, en was dan meestal dubbel zo duur. Maar deze keer bleef het prijskaartje maar op zich wachten. Hij tankte zijn riksha bij en betaalde het zelf, hij kocht drank en trakteerde mij,... Het was allemaal zeer vreemd, en ik vertrouwde het niet helemaal. Er moest iets achter zitten... Na een tijdje werd het mij wel duidelijk dat hij aan geld geen tekort had. Hij werkte af en toe voor een succesvolle juwelenhandel, waarmee hij op 1 dag evenveel verdiende als op een maand met zijn riksha. 's Avonds gingen we dan naar zijn vrienden, die allemaal gezellig bij elkaar zaten in de juwelenwinkel. Hier werd het nog veel vreemder. De vrienden van Khan trakteerden me bier (wat hier heel duur is), en de flessen bleven maar komen. Aan de gouden kettingen en ringen te zien was het duidelijk dat ik te maken had met schatrijke Indiërs. Er werd af en toe kort verteld over hun zaken en ook met Antwerpen bleken ze connecties te hebben. Ik legde mij er maar bij neer dat deze jongens zo'n succesvolle zaak hadden dat ze het zich konden permitteren, puur uit vrienschap, een westerling (toch wel vrij) zat te voeren en daarna ook nog eens te plezieren met een heerlijke maaltijd. Wanneer ik voor dit alles toch een centje wou bijleggen, bleven ze dit weigeren. Dit alles zomaar uit vrienschap, het was heel mooi. Het was ook geen enkel probleem voor Khan om mij midden in de nacht nog naar mijn hotel te voeren. Zeer geslaagde avond met deze jongens. Toch klopte er iets niet, het was allemaal wat te mooi aan het lopen... Ik werd 's morgens uitgenodigs om samen te ontbijten met Khan en de vrienden. Tijdens dit ontbijt was toch wel het punt gekomen dat het wantrouwen ongeveer verdwenen was. Heerlijk ontbijt, en daarna eindelijk het werkelijke doel van al deze traktaties en vriendelijkheid... Heel subtiel daalde het volume van de gesprekken en werd er een gordijntje gesloten voor de buitenwereld. De sfeer werd heimelijk en zakelijk. Er werd van mij verwacht dat ik een van de dagen het vliegtuig naar België zou nemen (op hun kosten uiteraard), een pakketje juwelen zou leveren aan de Antwerpse contactpersoon, meteen een vliegtuig terug naar India zou nemen en zo 8000 euro kon verdienen. Ze verzekerden mij dat dit totaal legaal was en dat er geen enkel probleem kon voorvallen. Ik luisterde naar alle details van het handeltje, zodat ik goed wist wat ze exact wilden, en maakte dan duidelijk dat ik hier niet wou instappen. De vriendschappelijke sfeer was plots verdwenen en er werd het daaropvolgende uur enkel Hindi gesproken. Na lang aandringen was het hen duidelijk dat de vis niet zou bijten. Khan voerde mij naar mijn hotel en er werd plots wel gesproken over de riksha-kosten. De 'vrienden' hadden me wel uitgenodigd voor het avondeten, dus Khan zou me 's avonds nog komen oppikken. Ik was totaal verward en wist niet in hoeverre er toch een vorm van echte vriendschap en gastvrijheid had bestaan. Toen ik Khan enkele uren later terugzag was er weer de vriendelijkheid van de eerste uren op zijn gezicht te lezen. Maar het werd me al snel duidelijk dat zijn weerzien maar 1 doel had... 'We go to the friends and then you can say yes or no for the business!' Ik weigerde naar zijn vrienden terug te gaan omdat ik niet wist hoever deze jongens met mij zouden durven gaan... Even vriendelijk aanvaarde hij mijn antwoord en we spraken 2 uur later terug af om, uit vriendschap, samen iets te gaan drinken. Hij won terug een beetje van mijn vertrouwen... 2 uur later was er echter geen Khan te zien... Het zaakje was dus blijkbaar afgehandelt. Mijn vertrouwen in de Indiërs was deze keer wel vrij zwaar geschonden. Het is bijzonder moeilijk om de Indiërs in te schatten. Ze lachen allemaal even breed, maar je kan nooit voorspellen wat deze glimlach verbergt... Bedrog, verdriet, minachting, ... of is het een echte glimlach? Het is heel moeilijk om erachter te komen.

Na dit voorval ging ik op mezelf rustig de stad bezoeken. Hier kreeg ik van heel veel inwoners te horen dat ik voorzichtig moest zijn. Het ging ook vaak over de juwelenhandeltjes, en sommige begonnen zelfs op dezelfde manier te communiceren als Khan deed in het begin... even vermelden dat ze zaken doen in juwelen en dan... 'Friendship is everything, my friend! What can I do for you? Come, we can go to a party together this evening!' Ze hebben het altijd maar over party, terwijl er in feite 's avonds niks te doen valt in het arme Jaipur. Hoe meer gesprekken ik had, hoe meer ik begon te geloven dat er hier wel degelijk iets mis is. Ook vertelden sommigen mij dat de maffia in Rajastan heel actief is in juwelen. Iedereen vertelde zijn verhaaltje, en ik vertrouwde bijna geen enkele van hen, buiten degenen die me enkel aanspraken om me te verwittigen. Bijna elk gesprek ging over juwelenhandel en over de gevaren. Uiteindelijk was ik het vertrouwen in iedereen totaal kwijt en bleef ik heel verward achter.

's Avonds was er een man die me hielp met geld wisselen, en we hadden een korte conversatie over sociaal werk, en 'good karma'. Hij geloofde in het goede van de mens en wou enkel goed karma opbouwen. Dit zeggen er natuurlijk velen, maar ik dacht hem toch te kunnen vertrouwen. We gingen samen iets eten en hij vroeg of ik meeging naar de party. Ik was eerst wantrouwig, maar besloot 'de Indiër' nog een kans te geven om mijn vertrouwen wat terug te winnen. Ik was nog steeds verward en had nood aan iemand die ik kon vertrouwen. Dus ik besloot mee te gaan. Vanaf het moment dat ik toe had gezegd, begon hij heel druk te bellen en ik hoorde ook mijn naam vallen. Plots keek de jongeman van het restaurant recht in (of zelfs door) mijn ogen. Zijn blik ging enorm diep in de mijne en zei meer dan elke blik die ik ooit heb ontvangen. Het was minder dan een fractie van een seconde, en ik vroeg me af of ik me het had ingebeeld. Ik was immers een beetje paranoia, na wat er gebeurt was en na alle verwittigingen. Ingebeeld of niet, ik besloot dat het een teken was om niet mee te gaan en deelde dit ook mee aan Vicky, de man van de party. Toen het hem duidelijk was dat dit mijn besluit was begon hij mij uit te schelden voor heel het restaurant en toen hij mijn onzekerheid opmerkte begon hij heel smerig en minachtend te lachen, waarna hij het restaurant verliet. Nooit eerder was er een Indiër kwaad geworden op mij, dus nu was ik al helemaal in de war.

Toen ik ging afrekenen bij de jongeman van het restaurant schrok ik plots van dezelfde blik, die zich door mijn ogen boorde. Het was alsof ik zijn stem hoorde door zijn ogen: 'don't! careful!' Dan zei hij: 'understand?', terwijl hij waarschuwend diep in mijn ogen bleef kijken. 'Take care. This man is no good, be careful everywhere!', fluisterde hij me snel toe. Toen keek hij snel even rond en haalde vlug heel subtiel wat krantenartikels uit zijn schuif, die hij mij enkele seconden toonde. Ze gingen allemaal over vermiste westerlingen in Jaipur. Een Zwitser, een Engelse, een Amerikaan,... allemaal vermist. Ook las ik snel dat het allemaal met juweelhandel te maken had. Ik begon te beseffen hoe dicht ik me bij het gevaar bevond en realiseerde mij ook dat het wel eens enorm gevaarlijk had kunnen zijn moest ik die laatste keer mee zijn gegaan naar de vrienden van Khan, en misschien wel nog gevaarlijker was deze Vicky. Achteraf herrinnerde ik me ook dat ik die waarschuwende blik eerder had gezien toen ik ergens iets ging drinken met Khan. Ik vond dit toen raar, en babbelde toen verder met Khan.

In hetzelfde hotel zit ook een Vlaming. Altijd leuk om deze wezens in India tegen te komen natuurlijk, en zeker in deze situatie. Ik ben enorm blij dat hij hier is, omdat er dan toch 1 persoon is wie ik kan vertrouwen, bij wie ik even kan uitblazen en waarmee ik kan praten over deze gebeurtenissen. Alleen had ik me hier verschrikkelijk onveilig gevoeld. Luc is een homofiele gentenaar die 10 jaar onder zware psychose in de psychiatrie heeft gezeten, constant bibbert, een relatie heeft met een Indiër (en heeft ook 2 kinderen in België), bijna geen geld heeft om te overleven en momenteel bezig is met een boek te schrijven (uiteraard ... 'zijn levensverhaal'). Het is een zeer merkwaardig en bizar individu met heel eigenardige denkkronkels, maar het is een sympathieke man met de beste bedoelingen.

Na wat er gisteren gebeurd is wil ik maar 1 ding: uit Jaipur ontsnappen. Khan en Vicky weten in welk hotel ik verblijf en dat bevalt me totaal niet. Ik ben deze morgen dan ook opgestaan en heb zo snel mogelijk een prive bus geboekt (niet voor mij alleen welteverstaan) naar ergens ver van hier. Mijn plannen om verder in Rajastan door te reizen heb ik dus verandert. De openbare trein of bus had nog uren wachten geweest, en mijn geduld is momenteel op. Daarom neem ik binnen minder dan 2 uur de bus. Alles is geregeld, en ik ben blij dat ik hier weg kan.
Binnen enkele uren zit ik naast de Taj Mahal.

dinsdag 22 april 2008

Zon, zee, strand, hippies en malariapillen

De laatste week heb ik de tourist uitgehangen aan de west-coast. Toen ik vorige week aankwam in Gokarna, was mijn eerste reactie: Ik moet hier zo snel mogelijk weg! Ik had een maand lang bijna geen touristen gezien, me zoveel mogelijk in de Indische cultuur proberen inleven en dus veel tussen de armoede gezeten. De spelende en lachende touristen op het strand kwamen me ronduit belachelijk voor... Het balletje naar elkaar slaan, lekker werken aan het uiterlijk (hoe bruiner hoe beter), er was een oneindige keuze aan westers eten, en voor de rest werd er eigenlijk niks gedaan. Hoewel ik hiertegenover toch steeds een lichte vorm van minachting blijf voelen kan ik niet ontkennen dat ik al snel ook tot die groep behoorde en dat even totaal relaxen (lezen, zwemmen, hangmat-liggen, interessante babbels met westerlingen,...) wel heel aangenaam was. 'Even' relaxen welteverstaan. Ik vind het absurt dat veel van deze touristen een paar weken komen bruinen, eten en niksen om dan weer naar het westen te trekken en te kunnen zeggen: Ik heb India gezien. Na een week van deze luxe is het tijd om naar het echte India terug te keren.

In Gokarna was het voor mij niet één en al zonneschijn. In deze streek komt malaria voor, en dus nam ik dagelijks mijn malariapil. Velen hadden mij wel al gewaarschuwd voor de bijwerkingen van deze pil... Nachtmerries, depressie, hallucinaties, diarree, koorts,... Dit kon mij natuurlijk niet overkomen, dacht ik. Ik kreeg helaas alles tegelijk. Het begon met een licht gevoel van depressie overdag, dan kwamen (voor de zoveelste keer) de toilet-problemen en dan kwam een hevige koorts, waardoor ik al zeer vroeg op de avond in mijn hut (op het strand) ging liggen. Toen kwamen de hallucinaties. Leuk, denken nu misschien enkelen onder jullie. Maar het was alles behalve een lachertje. Tijdens het ijlen begon ik mijn eigen nachtmerrie te creëren. Ik hoorde en zag iemand die constant voor de deur van mijn hut stond. Om mij bang te maken, prutste hij constant aan mijn hut, zodat ik niet in slaap kon vallen van al dat geluid. Dit bleef maar duren en de kerel ging niet weg. Na een tijdje begon ik te denken dat er meer van die kerels waren op dit terrein, en dat het wel eens een criminele bende kon zijn. Ik hoorde honden janken en dacht dat ze gedood werden om niks te verraden. Ik hoorde een kind enorm hard huilen en durfde er zelfs niet aan te denken wat er daar aan het gebeuren was. Ik hoorde in de verte het geluid van een meisje dat verkracht werd en de criminelen lachten erom, terwijl die ene kerel mijn hut bleef bewaken. Tegelijkertijd zag ik af en toe dingen bewegen die er helemaal niet waren. Ik verstopte snel al mijn meest waardevolle spullen en wenste dat ik een mes in mijn handen had, om me te beschermen. Want stilletjes aan begon ik er toch wel heel zeker van te zijn dat deze gangster elk moment kon binnenstormen. Er bleef echter niks gebeuren. Na (zo leek het) uren met wijt open ogen altijd maar harder op te gaan in mijn eigen verhaaltje kwam het tot een climax. Ik dacht 'echt' dat ik die avond ging vermoord worden, en dat het dus elk moment kon gaan gebeuren. Ik zweette me kapot en was totaal wanhopig. Toen de koorts zakte, ging ik voorzichtig naar het toilet. Tijdens dit gezellig bezoek hoorde ik mensen lachen in de verte en kwam dan ook stilletjes aan het besef (gepaard met een enorme opluchting) dat het slechts een ziekelijk verhaaltje was dat ik zelf verzonnen had. Ik stopte onmiddelijk met de malariapillen.

Buiten deze nachtmerrie was Gokarna heel leuk. Ik kwam nog eens in contact met westerlingen, wat af en toe toch noodzakelijk is. Want hoe vriendelijk de Indiërs ook zijn, het cultuurverschil is te groot om op gelijke golflengte een conversatie te voeren. Er zijn natuurlijk uitzonderlingen, maar het blijft anders als met een westerling. Maar wanneer je een tourist vriendelijk dag wil zeggen, kan het zijn dat hij leuk de andere kant opkijkt of zuur voor zich uit blijft kijken. Dit bestaat dan weer niet bij de Indiërs. Zij staan altijd klaar om je een glimlach te schenken.

Na enkele dagen Gokarna ging ik naar de deelstaat Goa, waar ik me nog steeds bevind. In Goa hangt een heel aangename sfeer, maar het is India niet meer. De invloed die de Portugezen in deze ex-kolonie hebben achtergelaten is enorm. Een groot deel van de inwoners is half Portugees, Christendom is uitzonderlijk populair (waardoor er overal kerkjes staan), de gebouwen zijn praktisch allemaal in Portugese stijl, er lopen hier dikke Indiërs(!)... De sfeer die hier hangt doet veel meer denken aan Zuid-Europa dan aan India. En dan zijn er uiteraard nog de touristen! Goa is totaal leeg zonder het tourisme. Dat maakt dat alles hier natuurlijk wat duurder is. Indisch eten is er praktisch niet te vinden en overal zijn alternatieve hippiewinkeltjes. De touristen zijn vaak hippies uiteraard. Ik kwam vooral naar hier omdat er misschien wel een feestje te vinden was. Ik had geluk. Met de volle maan achter de palmbomen weerklonk de goa-beat. Het duurde echter niet lang, want de politie in Goa treedt streng op tegen de psytrance feestjes, waardoor er vroeg in de avond afgesloten moest worden.
In Goa kwam ik ook een Vlaams koppel tegen. Het was raar, maar heel leuk om na een maand onze moedertaal nog eens te hanteren! De eerste zinnen kwamen er onzeker en hakkelig uit. Soms een Engels woord ipv een Nederlands gebruiken... Maar na een avondje goeie Vlaamse klap, is het weer helemaal bijgeschaafd.

Ik heb nu genoeg van het tourisme en het strand en wil graag nog eens een hap real-India op het bord zien liggen. Morgen neem ik de trein naar Mumbai (grootste stad van het land), om van daaruit het zuiden te verlaten en het noorden te betreden.

Dit zijn enkele foto's van Goa.