dinsdag 22 april 2008

Zon, zee, strand, hippies en malariapillen

De laatste week heb ik de tourist uitgehangen aan de west-coast. Toen ik vorige week aankwam in Gokarna, was mijn eerste reactie: Ik moet hier zo snel mogelijk weg! Ik had een maand lang bijna geen touristen gezien, me zoveel mogelijk in de Indische cultuur proberen inleven en dus veel tussen de armoede gezeten. De spelende en lachende touristen op het strand kwamen me ronduit belachelijk voor... Het balletje naar elkaar slaan, lekker werken aan het uiterlijk (hoe bruiner hoe beter), er was een oneindige keuze aan westers eten, en voor de rest werd er eigenlijk niks gedaan. Hoewel ik hiertegenover toch steeds een lichte vorm van minachting blijf voelen kan ik niet ontkennen dat ik al snel ook tot die groep behoorde en dat even totaal relaxen (lezen, zwemmen, hangmat-liggen, interessante babbels met westerlingen,...) wel heel aangenaam was. 'Even' relaxen welteverstaan. Ik vind het absurt dat veel van deze touristen een paar weken komen bruinen, eten en niksen om dan weer naar het westen te trekken en te kunnen zeggen: Ik heb India gezien. Na een week van deze luxe is het tijd om naar het echte India terug te keren.

In Gokarna was het voor mij niet één en al zonneschijn. In deze streek komt malaria voor, en dus nam ik dagelijks mijn malariapil. Velen hadden mij wel al gewaarschuwd voor de bijwerkingen van deze pil... Nachtmerries, depressie, hallucinaties, diarree, koorts,... Dit kon mij natuurlijk niet overkomen, dacht ik. Ik kreeg helaas alles tegelijk. Het begon met een licht gevoel van depressie overdag, dan kwamen (voor de zoveelste keer) de toilet-problemen en dan kwam een hevige koorts, waardoor ik al zeer vroeg op de avond in mijn hut (op het strand) ging liggen. Toen kwamen de hallucinaties. Leuk, denken nu misschien enkelen onder jullie. Maar het was alles behalve een lachertje. Tijdens het ijlen begon ik mijn eigen nachtmerrie te creëren. Ik hoorde en zag iemand die constant voor de deur van mijn hut stond. Om mij bang te maken, prutste hij constant aan mijn hut, zodat ik niet in slaap kon vallen van al dat geluid. Dit bleef maar duren en de kerel ging niet weg. Na een tijdje begon ik te denken dat er meer van die kerels waren op dit terrein, en dat het wel eens een criminele bende kon zijn. Ik hoorde honden janken en dacht dat ze gedood werden om niks te verraden. Ik hoorde een kind enorm hard huilen en durfde er zelfs niet aan te denken wat er daar aan het gebeuren was. Ik hoorde in de verte het geluid van een meisje dat verkracht werd en de criminelen lachten erom, terwijl die ene kerel mijn hut bleef bewaken. Tegelijkertijd zag ik af en toe dingen bewegen die er helemaal niet waren. Ik verstopte snel al mijn meest waardevolle spullen en wenste dat ik een mes in mijn handen had, om me te beschermen. Want stilletjes aan begon ik er toch wel heel zeker van te zijn dat deze gangster elk moment kon binnenstormen. Er bleef echter niks gebeuren. Na (zo leek het) uren met wijt open ogen altijd maar harder op te gaan in mijn eigen verhaaltje kwam het tot een climax. Ik dacht 'echt' dat ik die avond ging vermoord worden, en dat het dus elk moment kon gaan gebeuren. Ik zweette me kapot en was totaal wanhopig. Toen de koorts zakte, ging ik voorzichtig naar het toilet. Tijdens dit gezellig bezoek hoorde ik mensen lachen in de verte en kwam dan ook stilletjes aan het besef (gepaard met een enorme opluchting) dat het slechts een ziekelijk verhaaltje was dat ik zelf verzonnen had. Ik stopte onmiddelijk met de malariapillen.

Buiten deze nachtmerrie was Gokarna heel leuk. Ik kwam nog eens in contact met westerlingen, wat af en toe toch noodzakelijk is. Want hoe vriendelijk de Indiërs ook zijn, het cultuurverschil is te groot om op gelijke golflengte een conversatie te voeren. Er zijn natuurlijk uitzonderlingen, maar het blijft anders als met een westerling. Maar wanneer je een tourist vriendelijk dag wil zeggen, kan het zijn dat hij leuk de andere kant opkijkt of zuur voor zich uit blijft kijken. Dit bestaat dan weer niet bij de Indiërs. Zij staan altijd klaar om je een glimlach te schenken.

Na enkele dagen Gokarna ging ik naar de deelstaat Goa, waar ik me nog steeds bevind. In Goa hangt een heel aangename sfeer, maar het is India niet meer. De invloed die de Portugezen in deze ex-kolonie hebben achtergelaten is enorm. Een groot deel van de inwoners is half Portugees, Christendom is uitzonderlijk populair (waardoor er overal kerkjes staan), de gebouwen zijn praktisch allemaal in Portugese stijl, er lopen hier dikke Indiërs(!)... De sfeer die hier hangt doet veel meer denken aan Zuid-Europa dan aan India. En dan zijn er uiteraard nog de touristen! Goa is totaal leeg zonder het tourisme. Dat maakt dat alles hier natuurlijk wat duurder is. Indisch eten is er praktisch niet te vinden en overal zijn alternatieve hippiewinkeltjes. De touristen zijn vaak hippies uiteraard. Ik kwam vooral naar hier omdat er misschien wel een feestje te vinden was. Ik had geluk. Met de volle maan achter de palmbomen weerklonk de goa-beat. Het duurde echter niet lang, want de politie in Goa treedt streng op tegen de psytrance feestjes, waardoor er vroeg in de avond afgesloten moest worden.
In Goa kwam ik ook een Vlaams koppel tegen. Het was raar, maar heel leuk om na een maand onze moedertaal nog eens te hanteren! De eerste zinnen kwamen er onzeker en hakkelig uit. Soms een Engels woord ipv een Nederlands gebruiken... Maar na een avondje goeie Vlaamse klap, is het weer helemaal bijgeschaafd.

Ik heb nu genoeg van het tourisme en het strand en wil graag nog eens een hap real-India op het bord zien liggen. Morgen neem ik de trein naar Mumbai (grootste stad van het land), om van daaruit het zuiden te verlaten en het noorden te betreden.

Dit zijn enkele foto's van Goa.






Geen opmerkingen: